Ik ben opgevoed in een rijke culturele omgeving binnen een zeer creatieve familie. Het maken van kunst was voor mij al op jonge leeftijd een dagelijkse bezigheid die niet los van het leven stond maar ten dienste van het leven.
Nadat ik tot mijn 16e met veel verschillende vormen en technieken om kunst te maken in aanraking was gekomen, kwam er steeds meer het verlangen om via een eigen methode of systeem, de beelden in mijn hoofd die deze wereld mij gaven, weer te geven.
Tussen mijn 16e en 26e jaar maakte ik een lijst met een 30-tal essentiële vragen die wetenschap en kunstgeschiedenis opnieuw tot elkaar brachten. Deze vragenlijst zorgde voor een experimentele periode van het maken en vernietigen van kunstwerken gedurende een periode van vijftien jaar.
In 2000, ik was toen 31, lukte het mij om een van de vragen tot uiting te brengen. Deze vraag :”Op welke manier kan ik de string theorie uit de kwantummechanica weergeven met schilderstechnieken op een zo minimalistisch mogelijke manier?” Meer uitleg vind u bij Element-M in de tekst 'Verfdraden'.
Om deze nieuwe eigen technieken waarmee ik de antwoorden op mijn vragenlijst via mijn kunstwerken tot uiting wilde brengen had ik een bijbehorend systeem nodig.
Dit werd Element-M. Dit systeem vormde de basis om de wereld zoals ik die ervaar weer te geven.
Elke keuze binnen Element-M maakte ik vervolgens ook telkens zeer bewust. Zowel de materialen, het formaat en de vormgeving staan niet los van elkaar maar zijn complementair.
Binnen Element-M werk ik met 3 vormen; de solist, de Dualist en de Cycles. Elke vorm staat op zichzelf maar staat tegelijkertijd niet los van de andere twee vormen. Op de pagina getiteld Element-M kunt u hierover een uitgebreide uitleg lezen.
Tijdens de experimentele periode was het voor mij mogelijk een atelier op afstand te hebben. Sinds het jaar tweeduizend is het voor mij echter van essentieel belang om een atelier aan huis te hebben. Hierdoor is het mogelijk om op elk gewenst moment aan de kunstwerken te werken op een manier waarbij het kunstwerk een onderdeel is van het leven dat ik leef. Elk kunstwerk is uniek en bevat een stukje van de ziel van de maker. Voor mij als kunstenaar is tijd 'éénlijnig' waardoor ik soms over een lange periode van jaren aan een kunstwerk kan werken voordat het werk de laatste fase bereikt heeft.
De toeschouwer hoop ik te verrassen met een eigen beeldentaal / signatuur die bij elke ontmoeting vragen en verbazing zal oproepen. De ene keer onbewust, de andere keer weer bewust. Mijn kunstwerken behoeven geen uitleg te krijgen om begrepen te worden. Indien u dit wel wenst nodig ik u uit om op deze pagina de eerste 10 onderwerpen over Element-M te lezen. Ik tracht hier een uitleg te geven over het ontstaan van de kunstwerken die ik maak.
Element-M
Element-M staat voor een intensieve, bewuste vorm waarnemen ofwel de observatie-modus. En voor het onderzoek naar de essentie van ons waarnemen. Naar de staat waarin wij verkeren als waarnemer van de buitenwereld, de werkelijkheid om ons heen, en van de binnenwereld, het wezen dat wij zijn. Waarnemen vereist focus, een levendige, nieuwsgierige, indringende en ontvankelijke geest.
De M in Element-M is een symbool voor meditatie, zuivere aandacht, volledige aanwezigheid vrij van oordelend denken. Dat is letterlijk en figuurlijk stil staan bij het waarnemen. In gekantelde vorm verandert M in Σ, de letter sigma uit het Griekse alfabet en teken voor het sommeren in de rekenkunde. In overdrachtelijke zin is het een symbool voor het geheel dat meer is dan de som der delen.
Een receptieve waarneming raakt je gevoelens en roept vragen op. Vragen waarop je een antwoord wilt vinden omdat ze wezenlijk zijn, de voedingsbodem van een creatief proces waaruit een nieuwe beeldspraak of vormentaal ontstaat. Een cyclus van scheppen en herscheppen van de orde en chaos waaruit het kunstwerk uiteindelijk geboren wordt. Een werkelijkheid die je emotioneel overrompelt, die je achterlaat in verwondering om het onverklaarbare. Dat is de wereld van M, het mysterie.
Bron van schepping
Aan de hand van informatie en beelden die intuïtief ontstaan vanuit de observatie-modus betreed ik artistiek onbekend terrein. In tweede instantie zoek ik een weg om deze ingeving of gegevenheid uit het domein van Element-M te vertalen in concrete vormgeving en daaraan verwante begrippen. Dat is de fase van de analyse en het opnieuw rangschikken van mijn artistieke werkelijkheid. En van het benoemen van de essentie van de objecten die ontspruiten aan het daarmee onlosmakelijk verbonden scheppingsproces, de wereld van het feitelijke en het tastbare.
Op die manier is de drie-eenheid van de objecten die ik aanduid met de namen Solist, Dualist en Cycles ontstaan. Objecten waarbij het getal zes een cruciale rol speelt. Bijvoorbeeld in de zeshoekige basisvorm als de cellen van een honingraat. En in de zes dimensies die ik waarneem als ik mijn kunstwerken maak en observeer. Alsof er een tweede x-, y- en z-as door onze driedimensionale wereld geweven is.
Uitgedrukt in woorden die hiervoor per definitie te kort schieten: “Het hele leven voelt als een Dualisme, dat zolang Solist er zijn energie aan geeft, mag voortduren totdat Cycles het overneemt." Vanuit filosofisch perspectief staat Solist voor de ziel, Dualist voor het denken en Cycles voor de materie. In het creatieve proces slecht ik de barrières tussen die afzonderlijke domeinen door ze met elkaar te verbinden en op elkaar in te laten werken. Zoals dat gebeurt bij de interferentie van lichtgolven. Die benadering vormt de grondslag voor de werkwijze waaraan de gelaagdheid van mijn werk ontspringt. Dat is de wereld die ik beoog met het maken van mijn kunstwerken: een universum van ongeziene dimensies voor de aandachtige waarnemer die zich eraan overgeven kan.
Het formaat van de drie vormen
Kleine dingen of veranderingen kunnen mij buitengewoon inspireren. Dit merk ik de laatste jaren meer en meer. Ik zie het als een scenario van het zogeheten ‘butterfly-effect’ dat onze werkelijkheid bespeelt.
Door het overlijden van mijn moeder realiseerde ik mij dat ik nooit meer haar gezicht kan zien en aanraken. Het licht in haar ogen is gedoofd voor mij. Deze gedachte riep het volgende inzicht op. Zo lang de mens bestaat of zal leven met soortgenoten is het onmogelijk naar je eigen gezicht te kijken zoals je naar het gezicht van een ander kijkt. Als haar zoon kon ik altijd het gezicht van mijn moeder zien. Maar nooit zou ik het op dezelfde manier kunnen ervaren zoals zij mijn gezicht zag. Iedereen stuit op deze onmogelijkheid in zijn communicatie met anderen. Wat qua gevoel het dichtst in de buurt komt van die in wezen onmogelijke ervaring van jezelf zien zoals de ander je ziet is je eigen spiegelbeeld. Of de waarneming van eeneiige tweelingen die elkaar aankijken. Maar dan nog is dit niet meer dan een zwakke afspiegeling van de essentie van hoe een mens de ander ‘in zijn totaliteit’ kan waarnemen.
Dit gevoel van beperking om jezelf als door de ogen van de ander waar te kunnen nemen leidt tot een nieuwe zienswijze in mijn werk. Al jaren immers worstelde ik met de vraag naar het juiste formaat voor mijn scheppend werk.
Op een ochtend heb ik enkele zeskanten van verschillende grootte geschetst. Die heb ik aan de muur gehangen en er vier uur naar gekeken. Na een contemplatieve selectie bleef er uiteindelijk één schets over. Een zeskant met om en nabij het oppervlak van een gezicht zoals je dat ziet wanneer je naar iemand kijkt tijdens een conversatie. Die zelfde dag nog maakte ik uit multiplex mijn eerste zeskant van deze omvang. Vervolgens pakte ik een van mijn objecten die ik met de term ‘Solist’ aanduid en meteen begreep dat het zeskant met deze afmetingen als achtergrond, de ruimte zou worden waarin mijn ‘Solist’-object zich kan bevinden.
De week erop heb ik de zeskant gedeeld en als het ware opengevouwen en zo ben ik tot de achtergrond voor mijn ‘Dualist’-objecten gekomen.
Nog een paar dagen later maakte ik uit de zeskant een op en neer gaande vorm. Die vorm refereert aan de golflengten uit de natuurkunde en werd de achtergrond voor mijn ‘Cycles’-objecten. Samen met mijn ‘verfdraden’ verwijst deze vorm naar de trillingen in de werkelijkheid van de kwantummechanica.
De ‘verfdraden’ gebruik ik steeds vaker als een karakteristiek element binnen mijn werk. Na jaren van intensief onderzoek heb ik nu de eerste 30 kunstwerken af kunnen maken. Eindelijk ervaar ik een bepaalde artistieke rust om mij hierin nog verder te ontwikkelen. Ik realiseer mij daarbij dat techniek er niet toe doet als het beeld dat ontstaat vernieuwend is. Het eindresultaat is ook belangrijker dan de moeite en de tijd die het tot stand komen ervan gekost heeft. Alleen door de energie die ik er in steek krijgt het bestaansrecht.
Via de media volg ik de wetenschap en haar evolutie in de technologische race naar nieuwe ontwikkelingen. Kunstmatige intelligentie komt in een niet te stuiten vaart op ons af. Dat roept de vraag op hoe als mens de emotionele balans te bewaken. In mijn werk, de objecten, ervaar ik de onbegrensde mogelijkheid van de ‘elementen’ die onze werkelijkheid ons keer op keer geeft. Zodra deze werkelijkheid fundamenteel verandert is de impact die je ervaart enorm, zoals bij het verlies van het vertrouwde gezicht van je moeder of een dierbare. Maar tevens kan het de geboorte van een nieuwe schepping zijn.
Waarom heeft Dualist deze vorm gekregen?
Dualist is als een boek dat open geslagen ligt. Of een vlinder die het ‘Butterfly-effect’ symboliseert. Of de twee hersenhelften. Of de Rohrschach-inktvlek als weergave van een vierkant.
Al deze beschrijvingen zijn van toepassing, maar voor mij is de vorm van Dualist in essentie de weergave van twee tijdzones die tegen elkaar botsen en ons telkens een kans geven om het ‘nu’ wat daar uit voortkomt te beleven. Anders gezegd gaat het om het moment tussen twee elkaar opvolgende gedachten.
Opnieuw is het formaat ongeveer het oppervlakte van het aangezicht van een gesprekspartner met een diameter van plus minus 25 tot 28 centimeter. De intimiteit, de schoonheid van een gezicht is onbeschrijfelijk.
Geen vierkanten of rechthoeken
Tijdens het werken aan de hierboven beschreven vormen moest ik opeens terug denken aan de formaten van mijn eerdere werkstukken. Ik weet niet of ik dit al ooit heb beschreven, maar er is een reden waarom mijn kunstwerken bepaalde vormen hebben. Tijdens een van mijn bezoeken aan China ontstond er namelijk een sterk besef over vormen die ik in mijn kunstwerken nooit meer wilde gebruiken.
Op een dag liep ik rond op een enorme lange boulevard in de stad Guangzhou. Een boulevard zoals de Avenue des Champs-Elysées maar dan langer en met grotere extreem luxe winkels. Alle bekende Westerse merken waren hier ruimschoots vertegenwoordigd. Tussen twee winkels van deze ketens bevond zich een pand met Chinese karakters op de gevel met daar achter het woord Gallery in het Engels. Op de een of andere manier werd mijn aandacht hier naartoe getrokken. Ik liep door de schuifdeuren naar binnen en zag tussen de betonnen pilaren links en rechts van voor tot ver achter in de ruimte overal stapels ingelijste of opgerolde kunstwerken. En al deze kunstwerken waren vierkant of rechthoekig van vorm. Het oppervlakte van deze enorme kunsthandel kwam overeen met die van een forse parkeergarage in een van onze metropolen. Aan het einde ervan zag ik een Chinese man zitten achter een groot bureau. Ik liep naar hem toe en hij vroeg mij in gebrekkig Engels:
“Yes, can I help you?” Ik vroeg hem hoeveel de werken kostten. Hij zei dat de kunstwerken te koop waren voor een prijs vanaf 10.000 USA dollar. En dat er een keuze was uit duizenden werken. Deze werken maakten deel uit van de immense hoeveelheid Chinese schilderijen en kunstwerken die de laatste jaren op de markt gekomen is. Zowel eigentijds als klassiek traditioneel werk. En over het algemeen zag ik telkens wanneer ik een object uit de rijen pakte voornamelijk illustratief en decoratief werk. Op dat moment realiseerde ik mij hoe dominant het kader het afgebeelde werk beïnvloedt. Alles wat ik daar zag, rijen en rijen achter elkaar, al het werk was ingelijst in een vierkant of rechthoekig kader. De ‘universele’ uitstraling van elk uniek werkstuk verkregen door het te kaderen in een vierkante of rechthoekige vorm. Alsof het kunstwerk in een andere vorm geen bestaansrecht had. Deze ervaring heeft mij er toe aangezet om voor mijn eigen kunstwerken nooit een rechthoekige of vierkant kader te gebruiken.
Mijn keuze voor de zeshoek of een daarvan afgeleide vorm als kader voor de Solist, Dualist en Cycles is dus een weloverwogen onderdeel van mijn werk. Ik kan daar nog aan toevoegen dat de Dualist eigenlijk ook een diptiek is. De contouren van Dualist maken dat deze als het ware uit twee oppervlakten bestaat die in hun expressie voor de kijker tegen elkaar botsen. Daardoor gebeurt er naar mijn mening hetzelfde als wanneer ik zelf naar andere bekende diptieken kijk. Een ervaring vergelijkbaar met het botsen van twee deeltjes in een deeltjesversneller. Zoals Dualist verwijst naar een diptiek is Cycles een triptiek met als uitgangspunt de golflengte als frequentie van een kunstzinnige uiting.
Verfdraden, het ontstaan
Tijdens een boswandeling zag ik spinrag met hele fijne dauwdruppels.
Een zelfde beeld bracht mij jaren geleden op het idee om verfdraden te maken. Dat was in de tijd dat ik op de Gerrit Rietveld Academie veel met acrylverf werkte en om de zoveel tijd in Zuid-Frankrijk verbleef. Vaak in de omgeving van de rivier de Rhône waarin ik viste en dan spinnenwebdraden met in de ochtendzon schitterende dauwdruppels zag.
In mijn atelier, waar ik destijds grote acrylverfschilderingen maakte, zag ik als ik het papieren vel verwijderde altijd nog lange opgedroogde druipers op het multiplex bord zitten. Op een dag heb ik deze met een mesje een voor een verwijderd met het idee om deze bonte verzameling op enig moment te gebruiken in een schildering. In een van die verfdruipers zat een sliert linnendraad van een van mijn doeken. Deze verfsliert leek sprekend op de dauwdruppels in het spinrag.
Later heb ik het idee van de verfdraden technisch uitgewerkt: het van dunne slierten acrylverf in verschillende kleuren een dikkere, samengestelde draad maken. Een vlechtwerk dus van om elkaar gedraaide ‘vezels’ als bij het slaan van touw. Daarbij ben ik vanuit het bestuderen van schilderskwasten gekomen tot het gebruik van de haren ervan als draden die ik in het vlak van mijn objecten verwerk. Materiaal uit de schilderkunst om te beeldhouwen. Dichterbij de bron kan ik niet komen. De afstand van A naar B die de verfdraad overbrugt refereert aan de penseelstreek, aan de weg die het haar van de schilderkwast aflegt. De symboliek van de verstreken tijd gestold in verf, het vergankelijke vereeuwigd in een moment. Als een kind aan de wieg van zijn eigen ontstaan, de kwantummechanica van een minimalistische schilderkunst. De verfdraad is geboren!
Kunst- en cultuurhistorische context van de verfdraden
Op mijn zoektocht naar de juiste samenstelling van mijn verfdraden heb ik uitgebreid onderzoek gedaan naar schilderkwasten. Naar de verschillende meer of minder gangbare soorten en het materiaal waarvan deze in de loop van de tijd gemaakt zijn. Met speciale aandacht voor de haren van de kwast. Bijvoorbeeld haren van marters, eekhoorns, varkens, dassen, kamelen, otters, vossen, schapen, hermelijnen en zelfs mensenhaar. Maar ook van synthetische vezels zoals nylon. En de kwasten zelf werden ooit onder andere gemaakt van walvisbaleinen. Voor mijn eigen werk is de keuze uiteindelijk gevallen op het gebruik van paardenhaar. De belangrijkste reden daarvoor is de symbolische en mythologische betekenis van het paard in de geschiedenis van de mensheid en haar kunstgeschiedenis. Van de paleolithische grotschilderingen tot aan de eigentijdse schilder- en beeldhouwkunst. Maar ook in de literatuur, de (klassieke) muziek en de psychologie. Bijvoorbeeld het paard als bron van kracht en vitaliteit. Of als drager van de dood en offerdier in primitieve rituelen. Of als symbool van hoogmoed en wellust.
De betekenis van verfdraden komt voor mij min of meer overeen met de symbolische en mythologische betekenis van het paardenhaar. Met dit verschil dat de verfdraden nog beter de tijdreis van de penseelstreek symboliseren door wat haar schepping als ultieme uiting van de kwantummechanica en de snaartheorie via de schildertechniek tot uiting brengt.
In de jaren dat ik in Montpellier woonde kreeg ik op zaterdagmiddagen les van een docent schildertechnieken aan de École des Beaux-Arts Fabre. Hij leerde mij alles over het maken van verschillende soorten verf met pigmentpoeder en bindmiddelen. Op een dag vertelde hij mij een verhaal over Vincent van Gogh. Over hoe die voor het bepalen van het gewenste resultaat bij het combineren van kleuren stukjes wollen draad gebruikte. Door de bolletjes wol naast elkaar te houden of de draden van verschillende kleuren om elkaar te winden kon hij zien welk effect combinaties van kleuren op elkaar hadden. Voor mij was dit een openbaring. Maar daarmee was mijn vraag naar de wijze waarop ik zelf verfdraden kon maken nog niet beantwoord. En ook mijn docent schildertechnieken kon mij op dit punt niet verder helpen. Wel gaf hij mij het advies om gewoon te volharden in het experimenteren tot ik op een dag de juiste samenstelling van materialen om verfdraden te maken zou ontdekken.
In de schilder- en beeldhouwkunst hebben draden, garen en andere vezels altijd een belangrijke rol gespeeld. De draden en garen in mijn objecten verwijzen naar dit historisch gegeven. Zo werd de kwaliteit van het schilderdoek eeuwen lang bepaald door de kwaliteit van de linnenvezel, de stevigheid van de daarmee vervaardigde draden en de toegepaste weeftechniek. In mijn eigen werk doe ik een poging om deze historische materialen op een nieuwe manier te gebruiken en te laten zien. Een ontdekkingsreis zoals Van Gogh en andere kunstenaars voor hem ook al maakten door het gebruik van gekleurde wollen draden en garen om kleurencombinaties uit de natuur te achterhalen om deze zelf te kunnen maken. In het verlengde hiervan zie ik mijn verfdraden als een multidimensionaal kleurvlak waarbij de lengte en dikte de intentie van de tijdruimte op één lijn brengen.
Achteraf kan ik zeggen dat mijn manier van verfdraden maken verwant is aan de manier waarop Van Gogh wollen draden gebruikte om zijn kleurenpalet samen te stellen. Het mengen van verschillende kleuren in verfdraden door ze in elkaar gedraaid te verweven is een delicate aangelegenheid.
Verfdraden in mijn werk, een synthese
Elke keer verbaast het mij weer hoe uniek elke verfdraad is. Qua vorm, dikte, lengte, samenstelling van kleuren en uitstraling. Dat geen verfdraad hetzelfde is ervaar ik als een compliment aan mijzelf als vormgever. Want het met een penseel schilderen van verfdraden is en blijft een tijdrovend handwerk dat extreem veel geduld en uithoudingsvermogen vereist.
Tijdens het maken van verfdraden heb ik mijn gedachten vaak laten gaan over de betekenis van draden in ons dagelijks leven. Over draden als verbindende factor. Onze hersenen, het internet met zijn glasvezelkabels en allerlei andere netwerken zijn opgebouwd uit een wirwar van draden. Mijn verfdraden symboliseren het verbindende of connectieve aspect van al die verschillende netwerken als dragers van informatie. Mijn verfdraden dragen de informatie van het geschilderde beeld in zich als de geschiedenis van de schilderkunst en geven dit weer in een driedimensionale vorm.
Ik realiseer mij dat mijn objecten symbool staan voor de innerlijke strijd van de mens met de werkelijkheid waarin hij gevangen zit. Als onlosmakelijk onderdeel van deze werkelijkheid en haar natuurwetten is het alleen mogelijk om daarin een nieuw evenwicht te vinden door alle materie en haar eigenschappen te onderzoeken en opnieuw te rangschikken en te gebruiken. Een symbiotische balans welteverstaan, zoals in de tijd waarin kunst en wetenschap nog tot een ongedeeld vakgebied behoorden. In het verlengde daarvan zie ik het maken van mijn kunstwerken als een continue gevecht om uiting te geven aan dit symbiotisch evenwicht. De objecten zijn wat ze zijn, zoals een rotsschildering al duizenden jaren de stille spreekbuis van zijn schepper(s) is. Hetzelfde geldt voor een alledaags gebruiksvoorwerp of bijvoorbeeld een recent ontwikkeld materiaal als grafeen. De keuzes die ik maak ten aanzien van materiaal- en kleurgebruik vloeien voort uit een artistiek samenspel van mijn eigen levenservaring met mijn passie voor de kunst en haar geschiedenis.
Capsule Pressing, de verfcapsule als medicijn
Recent heb ik een idee uit de tijd dat ik aan de Gerrit Rietveld Academie studeerde nieuw leven ingeblazen en er een passende naam voor bedacht, Capsule Pressing. Dat is schilderen door middel van het pletten van verfcapsules tussen meerdere lagen van daarvoor geschikt materiaal.
In die tijd, eind jaren tachtig van de vorige eeuw, speelde op de achtergrond het uit de Verenigde Staten overgewaaide denkbeeld dat de schilderkunst als artistiek medium ten dode was opgeschreven. Alsof zij oud en ziek was en niet meer over de kracht beschikte om er de essentie van de nieuwe tijdgeest mee uit te drukken. Dit in tegenstelling tot de conceptuele en minimalistische kunst, de nog jonge en vitale kunstuitingen. Wat men gemakshalve vergat was dat Marcel Duchamp in 1918, dus ruim een halve eeuw eerder, de schilderkunst ook al dood verklaard had.
Ondanks de indertijd gangbare opvatting van de schilderkunst als achterhaalde kunstvorm, wilde ik als negentienjarige student aan het begin van mijn academische opleiding daar toch graag mee experimenteren. Het leek mij interessant om daarbij gebruik te maken van de oude boekdrukpers die bij ons in huis stond. Het idee was om verschillende lagen kaasdoek, het dunste schilderkatoen, samen te persen tot één geheel met tussen die lagen aangebrachte verf- of pigmentkogels. Ik stuitte echter op het probleem dat ze nergens verkrijgbaar waren. En zelf wist ik ook niet een twee drie hoe die te produceren.
Eind 2019 bedacht ik dat het destijds niet uitgevoerde concept nog steeds de moeite waard was en besloot ik om de draad weer op te pakken. Een week lang zocht in de omvangrijke opslag van mijn vader vergeefs naar onze oude boekdrukpers. Tot ik van hem vernam dat hij die al jaren geleden verkocht had. Kort daarna heb ik een tweedehands, bijna identieke pers gekocht.
Inmiddels heb ik het idee enigszins aangepast. Het kaasdoek is vervangen door gelaagd glasvezel-canvas. En voor de verf- of pigmentkogels heb ik een oplossing gevonden in de vorm van lege medicijncapsules van veganistische makelij. Deze capsules, in diverse maten, vul ik met verf in verschillende kleuren en dan leg ik ze tussen de lagen glasvezel. Het geheel druk ik in elkaar met de boekdrukpers.
Met het resultaat van de persingen die ik afgelopen tijd heb gemaakt ben ik zeer ingenomen. Ik kan nu in het glasvezel-canvas de gewenste gelaagdheid creëren. Met naar keuze een meer open dan wel meer dichte, door verf uit de geplette capsules gevulde, structuur. Ik ben nu aan het uitzoeken of ik capsules gevuld met pigmentpoeder in plaats van verf op een vergelijkbare manier kan gebruiken. Ik vermoed dat dit een goede kans van slagen heeft wanneer ik voldoende lijm op het glasvezel-canvas aanbreng, zodat de afzonderlijke pigmenten niet door elkaar stuiven in de verschillende lagen.
De schilderkunst al een eeuw op sterven na dood? Alles behalve. In overdrachtelijk zin zie ik het gebruik van mijn verfcapsules als een geneeskrachtig medicijn voor een in essentie nog altijd vitale kunstvorm. Deze bijzondere schildertechniek noem ik Capsule Pressing. Op de achterkant van mijn werk duid ik dat aan met C.P.
Mijn kunstwerken, het scheppingsproces
Voor het scheppen van mijn kunstwerken neem ik duizenden beslissingen. Bij het maken van een enkel object zijn dat er al honderden. Bijvoorbeeld keuzes inzake het algehele ontwerp en de meer specifieke aspecten van de vormgeving. Of keuzes omtrent materiaalsoorten en het kleurgebruik. Hoe meer ik mij bewust ben van al deze keuzes, hoe scherper ik zie wat nog ontbreekt. Dit scheppingsproces is een weg van vallen en opstaan. Een innerlijke gevecht ook met de angst om te falen. Gaat het me wel of niet lukken om opnieuw minstens het niveau te bereiken van eerder werk dat ik als zeer geslaagd ervaar? Deze artistieke spanning bouwt zich na elk voltooid werkstuk weer op als uitdaging om nog een stap verder te gaan. Niet alleen op technisch gebied door het betreden van onbekend terrein betreffende de werking van materialen. Maar ook op het vlak van de expressie waarmee ik middels gaandeweg te verwerven kennis telkens verder wil reiken. In die zin is deze permanente ontdekkingsreis kenmerkend voor mij als kunstenaar, een deel van mijn handschrift. Balanceren op de grens van gekte om te scheppen wat nog niet eerder door mensenogen gezien is.
Kunst is de taal van aandacht. Als zodanig verkeert zij in het gezelschap van de taal van de liefde. Elementaire gegevenheden die in principe voor ieder mens begrijpelijk zijn. Door bewust te kijken naar kunst verruimt een mens zijn denkwereld en verrijkt hij zijn gevoelsleven. En in de moeite die de beschouwer doet om een kunstwerk te doorgronden ontmoet hij of zij de kunstenaar. Een ontmoeting via de essentie die de kunstenaar met dat werk heeft uitgedrukt en de toewijding waarmee hij het gemaakt heeft. In dit lezen van het kunstwerk vloeien de maker en de beschouwer ervan samen in een uniek artistiek moment. Uniek omdat het nooit exact hetzelfde is. Omdat de intensiteit en reikwijdte van aandacht als creatief proces per definitie een eenmalig gebeuren zijn. Naar mijn mening is dit precies waar het om draait in de kunst: het kunstwerk als schepping die de intentie van de kunstenaar en de geest van de ontvankelijke beschouwer met elkaar verbindt. Dat is de kern, de meest waardevolle dimensie van kunst.
Welk verhaal vertellen mijn kunstwerken
Door de materiaalkeuze en het hanteren van symbolische waarden verwijzen mijn objecten naar de geschiedenis van kunst en wetenschap. Daarbij is elk object een coördinaat om de plaats van het kunstwerk in het grote geheel (mede) te bepalen. Zo gezien zijn mijn Element M-objecten referentiepunten die je kunt vergelijken met neurotransmitters, de signaalstoffen die de communicatie binnen ons zenuwstelsel en vanuit dat zenuwstelsel met bijvoorbeeld spiercellen faciliteren. Of met de impulsen die datastromen in informaticanetwerken tot stand brengen. In die zin zijn mijn Element M-objecten weerspiegelingen van zowel microkosmische als macrokosmische werelden. Sporen van het ongekende zoals door radiotelescopen waargenomen miljoenen lichtjaren van ons verwijderde sterrennevels. Of, aan de andere kant van het spectrum, reflecties uit het domein van elektronenmicroscopen. Daarom zie ik mijn Element M-objecten als gematerialiseerde abstracties. Werken die bij wijze van spreken putten uit dezelfde bron als de esthetiek van de zuivere wiskunde of de schoonheid die ten grondslag ligt aan astrofysische berekeningen.
Fundamentele frequentie
Mijn Element M-objecten zijn uitingsvormen van wat ik de Fundamentele frequentie of Eerste harmonie noem. Dat wil zeggen dat de verticale lichtreflecties zoeken naar een interactieve balans tussen de op zichzelf staande objecten of elementen daarvan. Het begrip Fundamentele frequentie kun je zeer uiteenlopend interpreteren, bijvoorbeeld als muziek(geluid), de gulden snede of het (levens)licht. Ook kun je Fundamentele frequentie associëren met het Goddelijke, het Universele of de achtergrondstraling van de oerknal. Met mijn objecten probeer ik vorm te geven aan de Fundamentele frequentie in de ruimst voorstelbare zin. Maar eerst en vooral in de zin van naar verbinding zoekend licht dat ik via mijn scheppingen genereer en manipuleer.
Solist - Dualist - Cycles
Zoals uiteengezet in ‘Het formaat van de drie vormen’ kennen mijn objecten drie basisgestalten: Solist, Dualist en Cycles. De inspiratie voor dit werk put ik onder andere uit de natuur, de wiskunde, de kwantummechanica en de bolvorm. In al mijn objecten schuilen verwijzingen, symbolen, associaties en de verwantschap met bepaalde begrippen. Dat zijn voor mij essentiële aspecten van de manier waarop ik kijk naar mijn eigen werk. En dat is dan ook de reden dat ik enige informatie daarover graag wil delen, al was het maar bij wijze van achtergrondinformatie. Voor wie mijn objecten beschouwt is het echter niet van wezenlijk belang om over deze kennis te beschikken. Het werk moet voor zich spreken.
Bij het maken van mijn objecten stel ik mij ten doel om een beeldtaal te gebruiken die net zo tijdloos is als de manier waarop de primitieve mens zich ooit uitdrukte in zijn grotschilderingen. Of de wijze waarop de Egyptenaren hun dodencultus vorm gaven. Kunst waarvan de (esthetische) zeggingskracht door iedereen begrepen kan worden, in de eigen tijd maar ook millennia later. Daarbij kan non-figuratieve kunst net zo goed als figuratieve kunst over een inherente, universele schoonheid beschikken die het stempel van de tijd waarin deze is ontstaan overstijgt en daarom in de (verre) toekomst nog te ‘lezen’ is.
Solist
Solist verwijst naar mijzelf, de maker van het werk en symboliseert de eenling, het individu dat het pad bewandelt naar de horizon zonder daar ooit aan te komen. Maar ondanks dat kent elke stap die hij zet wel tevens zijn eigen einder.
Dualist
Dualist verwijst naar het diptiek in de schilderkunst, het tweeluik, en symboliseert de tweedeling of splitsing, zoals bijvoorbeeld in celdeling. Het gaat ook over denken in tegenpolen: de noordpool en de zuidpool, de menselijke ontwikkeling versus de evolutie van de aarde en de natuur en het ontstaan van nieuw leven.
Cycles
Cycles verwijst naar het triptiek in de schilderkunst, het drieluik, en symboliseert de wiskunde, de kwantummechanica, het universum of het universele.
Glazen buisjes (Durham)
Op een dag krijg ik op mijn werk vanuit het laboratorium zes glazen Durham-buisjes met verschillende lengtes. Zodra ik ze onder ogen krijg zie ik het beeld van verfdraad in zo’n buisje. Dit wil ik in mijn objecten gebruiken in combinatie met polymeerklei.
Over het resultaat van de eerste test die ik doe met verfdraad in een Durham-buisje ben ik direct tevreden. Het effect komt overeen met de waarneming van een schilderij achter glas in een museum. Naar gelang de lichtinval en de lichtintensiteit verandert de wijze waarop de kijker het schilderij c.q. de verfdraad waarneemt. Behalve dat de verfdraden op die manier afgeschermd en dus ook beschermd zijn, zorgt het glas tevens voor extra afstand tussen het object en de kijker. En dat is precies wat ik wilde bereiken.
Waarom de verfdraad in een glazen buisje stoppen?
Kunstwerken achter glas, je ziet het steeds vaker in musea. Vooral bij schilderijen resulteert dit een aparte, wat vreemde kijkervaring. Door de spiegeling van het glas en de weerkaatsing van het licht zie je de kleuren van het schilderij vaak net iets anders. Vooral in ruimtes met kunstlicht en passerende bezoekers.
Tijdens een recent bezoek aan het Rijksmuseum in Amsterdam heb ik onder andere De Nachtwacht van Rembrandt nogmaals bekeken. Een totaal andere ervaring dan de bezichtiging ervan in mijn jeugd. Ik herinner mij hoe ik alleen met mijn vader ooit ruim een half uur voor De Nachtwacht heb gestaan en het werk tot mij heb laten doordringen. Zonder andere museumbezoekers om ons heen, iets wat je je vandaag de dag eigenlijk niet eens meer kunt voorstellen. In die tijd werden schilderijen ook nog niet tentoongesteld achter glas en beveiligd met allerlei andere maatregelen. Mede daarom beschouw ik die bijzondere kijkervaring uit mijn jeugd ik als een groot voorrecht.
Achteraf gezien heeft deze belevenis mijn manier van denken en mijn visie op het maken van mijn eigen werk ongetwijfeld beïnvloed. De confrontatie met verf achter een glasplaat was een ergernis. Een ergernis met potentie, omdat ik die met name vanwege het neveneffect van de interessante werking van het licht het liefst wilde omzetten in een idee dat bruikbaar zou zijn voor mijn eigen objecten. Lange tijd heb ik rondgelopen met de vraag hoe ik dit vorm zou kunnen geven. Op het moment dat ik de Durham-buisjes zag had ik de oplossing gevonden.
Lege Canvassen
‘Lege canvassen’ is mijn benaming van een sterk grof weefsel van kunststof als een basaal element van de objecten die ik maak.
Vanuit mijn vroegere ervaring als kunstschilder heb ik mij nog niet zo lang geleden opnieuw verdiept in het schilderen en het schilderij als resultaat daarvan. Historisch gezien is het linnen schilderdoek de opvolger van schilderen op een houten paneel. Daaraan vooraf gaan onder andere het fresco, een muurschildering met waterverf op natte kalk, en grotschilderingen. Gewoonlijk wordt het linnen eerst geprepareerd met een primer zoals gesso als onderlaag voor het schilderen met olieverf of tempera.
Soms kiest een schilder er voor om direct op het ongeprepareerde doek te werken. Hierbij worden de minuscule openingen in het linnen door de eerste lagen verf ‘dicht’ geschilderd. Op deze ondergrond bouwt de schilder zijn schildering laag voor laag op, van donker naar licht, waarbij hij de laatste paar lagen bijna transparant opbrengt. Dit is lang de traditionele manier van schilderen geweest, een werkwijze die ook in de huidige schilderkunst nog veelvuldig wordt toegepast.
Voor mijn eigen objecten (Solist, Dualist en Cycles) ben ik op zoek gegaan naar een medium waarin alle (verf)lagen waar gewenst zichtbaar blijven. Dat betekent dat de ruimte tussen de verschillende lagen het licht moet blijven reflecteren. Tevens wilde ik driedimensionale vormen van diverse materialen kunnen aanbrengen tussen de onderscheiden lagen. Dit alles vraagt om een sterke, transparante materiaalsoort met een lange levensduur. Bovendien wilde ik dat dit materiaal symbool zou staan voor een netwerk. Zoals het internet, een wegennet of ons zenuwstelsel. Bij uitstek daarvoor geschikte materialen zijn dunne, doorschijnende weefsels of vlechtwerken van gaas. Bijvoorbeeld glasvezelgaas, polyestergaas en metaalgaas. Met deze en vele andere soorten gaas kon ik tenslotte mijn ‘lege canvassen’ maken. ‘Leeg’ omdat deze gelaagde structuur van vezels en gazen de achtergrond vormen voor een driedimensionaal object en verfdraden.
Door middel van ‘capsule-pressing’ creëer ik in mijn objecten met verschillende technieken een geschilderde achtergrond die deels open en deels gesloten ofwel dicht geschilderd is. In tegenstelling tot de traditionele schildertechniek waarbij na vele lagen verf vaak alleen de laatste lagen het licht weerkaatsen is het met mijn eigen schildertechniek mogelijk om tegelijkertijd een veelvoud aan kleurlagen te reflecteren. Dat kan dankzij de open, gelaagde structuur van de geschilderde vezels en gazen waarin het licht en de weerkaatsing ervan vrij spel heeft. Al die reflecties zorgen voor een buitengewoon rijk en gevarieerd kleurenpalet.
Mensdier
Ben ik in de eerste plaats een kunstenaar of vooral een buitenstaander? Of liggen die twee in elkaars verlengde bij mij als maker van objecten met een nadrukkelijke verwijzing naar de kunstgeschiedenis en de evolutie van de mens? De mens als homo sapiens, de intelligente primaat die zichzelf uitdrukt in symbolische vormen van communicatie als de taal en kunst. Jazeker, maar dan spreek ik in dit verband wel liever van de mens als homo sapiens animale. De mens als mensdier, omdat de term mensdier expliciet verwijst naar onze verwantschap met het dierenrijk. In plaats van de mens als kopie van een goddelijk schepsel dat boven het dierenrijk staat. Een schepsel dat zich gerechtigd acht om dieren te exploiteren en de natuurlijke bronnen van leven uit te putten. Een schepsel dat het niet vanzelfsprekend vindt om alle levende wezens juist met het diepste respect tegemoet te treden.
Bovenstaande overwegingen inspireren mij om naar het mensdier te verwijzen in mijn objecten. Eigenlijk een logische stap, want als we de (kunst)geschiedenis bekijken vanuit dit perspectief stuiten we op allerlei verbeeldingen of afbeeldingen van het mensdier. Enkele voorbeelden: de Mesopotamische gedaante van een stier of leeuw met adelaarsvleugels en een mensenhoofd; de Sirenen, wezens met het lichaam van een vogel en het hoofd van een vrouw, en de Centaur of paardmens, beide uit de Griekse mythologie; de Egyptische Sfinx met het lichaam van een leeuw en het hoofd van een man of vrouw; de Middeleeuwse zeemeermin, half vrouw en half vis; de mensdier-schepsels op Het Laatste Oordeel van Jeroen Bosch. Ook in een heel ander domein, namelijk dat van de (medische) wetenschap, zien we de nauwe verwantschap van mens en dier terug. Want daar vormen de natuur en in het bijzonder de dieren een bron van inspiratie voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld medicijnen op basis van genetische manipulatie en stamcelonderzoek.
Concreet verwijzen naar het mensdier in mijn objecten, dat is nog knap lastig, omdat de voorstelling daarvan in mijn hoofd een abstract gegeven is. Dus ben ik telkens weer op zoek naar de meest geschikte manier om de metafoor van het mensdier in mijn objecten te verbeelden. Hoewel ik denk dat een non-figuratieve uitwerking van de metafoor in principe mogelijk is, heb ik op een of andere manier het gevoel dat de verbeelding van het mensdier op zijn minst ook om een figuratieve component vraagt. Wellicht is dat een van de belangrijkste redenen waarom ik in mijn objecten de zeskant gebruik als basisvorm. De zeshoekige cel, bouwsteen van de honingraat als verwijzing naar de nauwe band tussen mens en dier in het algemeen en bijen in het bijzonder. Bijen die zorgen voor de bestuiving van zaadplanten, een essentieel aspect van ons ecosysteem. In die zin refereert het mensdier ook aan onze verantwoordelijkheid als mens voor de bescherming van de aarde, de natuur en het dierenrijk waar wij per slot van rekening gewoon ook van afstammen en deel van uitmaken.
De Tilde
De Tilde Hieronder de eerste notities over de Tilde: ~ Bron Wikipedia: De tilde is het diakritische teken ~ {\displaystyle \sim } Meestal wordt het boven een letter toegepast, maar in de natuurwetenschappen wordt het onder andere gebruikt als een onafhankelijk symbool.
Het neemt dan een eigen tekenpositie in (ASCII-teken 126). De naam 'tilde' komt van het Latijnse 'titulus' (tableau, opschrift). Tilde ~(titel): Er zijn enorm veel verklaringen en interpretaties mogelijk voor de fasorvorm in Cycles.
In de logica wordt de tilde gebruikt om de logische ontkenning aan te geven, ter vervanging van ¬ als dit teken niet beschikbaar is. Het wordt ook gebruikt in wiskunde en wetenschap. En kan ook worden gebruikt als een 'onafhankelijk symbool' Je ziet dus een eenvoudige vorm, maar met veel diepte: faseverschuiving, onder andere - Een verschuiving in de tijd is daarom hetzelfde als een verandering van de beginfase. Omgekeerd is een verandering in de beginfase gelijk aan een verschuiving in de tijd. Voor Solist en Dualist heb ik ook twee "tildes" (superscript) gemaakt.
Uit mijn kunst notities: Observeer kunstwerk “M9”
Notities die verband houden met "tilde" schetsen vormonderzoek.
Eindelijk is er een last van mijn schouders gevallen. In een droom, die ik ooit had in mijn studio terwijl ik werk maakte voor de kunstacademie, verscheen er een vorm. Op dat moment kon ik het gewoon niet plaatsen. Ik heb er toen een werkstuk aan besteed. Daarna vergat ik wat deze vorm me zou moeten vertellen. Maar de afgelopen tien maanden en zelfs met pauzes ervoor, bleef ik gestrest raken. Een gevoel van spanning tijdens het maken van een "Cycles". Zo erg zelfs dat ik er steeds minder van sliep. Er ontbrak iets in "Cycles" dat ik steeds meer ontdekte, hierdoor kon ik het werk niet afmaken. Na zes nachten op rij slecht geslapen te hebben, schilderde ik 's ochtends (21-1-2021) de eerste "tilde" vorm op een leeg canvas van een "Cycles" met een mix van zeegroen, azuriet, lapis lazuli etc.
Nu wist ik het. Onmiddellijk viel die spanning van mijn schouders en begreep ik wat ik in 1992 had meegemaakt als een compleet mysterie. Ik heb een sprong in mijn werk gemaakt.
Vandaag zag ik, na een droom, ook de "tilde"-vormen die horen bij "Solist" en "Dualist". Ik kan nu bevestigen dat de "dichte pigment gesloten tilde-vormen" voor mijn drie vaste vormen "Solist, Dualist en Cycles" compleet zijn.
De zoektocht naar de verfijning van deze drie vormen gaat door.
03-01-2022-02:15 hrs Observeer kunstwerk “Cycles nr.21-PG-II (tweede Paint-Gem)”
Extra uitleg over mijn Tilde vormen in mijn kunstwerken
Vraag van een kunstvriend: Zie je het hele jaar door vooruitgang in de tilde-vorm? Antwoord: Ja, absoluut, ik zal binnenkort zelfs grote veranderingen doorvoeren in de manier waarop ik de Solist en Dualist, hun Tilde-vorm zal gebruiken, maar Cycles zal in de toekomst niet veel veranderen. De Cycles tilde vorm begon ergens in mijn kunstwerken rond 1991 of 1992 te verschijnen. Ik begreep toen nog niet helemaal dat het de betekenis had als een “Tilde”, een ‘opschrift’. In de natuur bestaat er een soort ‘energie’ die we kunnen zien als een blad wordt afgesneden, dan is de totale vorm van de bladenergie er nog steeds. Hetzelfde geldt voor mensen, de zogenaamde ‘fantoompijn’ als een arm of lichaamsdeel is geamputeerd. Ik denk dat de Tilde vorm deze waarde ook heeft in mijn kunstwerken. Kwantum biologie heeft ook een relatie met de ‘Tilde’ vormen, maar ik weet nog niet precies op welke manier.
27-01-2021 -11:39 uur Aantekeningen bij “tilde” schetsen vorm onderzoek.
De “Tilde” is een van de 30 vragen. - Hoe maak ik een ‘opschrift’ of 'ziel' in een kunstwerk?
Het is voor mij na jaren zeggen na te denken, ook het een soort 'ziel' is van het kunstwerk dat wordt getoond tijdens het observeren.
17-02-2022-10:43 hrs Observeer kunstwerk “Cycles nr.21-PG-III”
Extra informatie over mijn Tilde gebruik in de vorm Cycles.
De Tilde vorm van Cycles heeft met zijn object dwars in het midden een symbolisch waarde naar de letter F in het Latijn.
F: betekent Fecit=gemaakt door. Maar de ‘f’ refereert ook naar de aanduiding in de wiskunde, optical.
De Tilde
Hieronder de eerste notities over de Tilde: ~ Bron Wikipedia:
De tilde is het diakritische teken ~ {\displaystyle \sim } Meestal wordt het boven een letter toegepast, maar in de natuurwetenschappen wordt het onder andere gebruikt als een onafhankelijk symbool. Het neemt dan een eigen tekenpositie in (ASCII-teken 126).
De naam 'tilde' komt van het Latijnse 'titulus' (tableau, opschrift). Tilde ~(titel): Er zijn enorm veel verklaringen en interpretaties mogelijk voor de fasorvorm in Cycles. In de logica wordt de tilde gebruikt om de logische ontkenning aan te geven, ter vervanging van ¬ als dit teken niet beschikbaar is. Het wordt ook gebruikt in wiskunde en wetenschap. En kan ook worden gebruikt als een 'onafhankelijk symbool' Je ziet dus een eenvoudige vorm, maar met veel diepte: faseverschuiving, onder andere - Een verschuiving in de tijd is daarom hetzelfde als een verandering van de beginfase. Omgekeerd is een verandering in de beginfase gelijk aan een verschuiving in de tijd. Voor Solist en Dualist heb ik ook twee "tildes" (superscript) gemaakt.
Uit mijn kunst notities:
Observeer kunstwerk “M9”
Notities die verband houden met "tilde" schetsen vormonderzoek.
Eindelijk is er een last van mijn schouders gevallen. In een droom, die ik ooit had in mijn studio terwijl ik werk maakte voor de kunstacademie, verscheen er een vorm. Op dat moment kon ik het gewoon niet plaatsen. Ik heb er toen een werkstuk aan besteed. Daarna vergat ik wat deze vorm me zou moeten vertellen. Maar de afgelopen tien maanden en zelfs met pauzes ervoor, bleef ik gestrest raken. Een gevoel van spanning tijdens het maken van een "Cycles". Zo erg zelfs dat ik er steeds minder van sliep. Er ontbrak iets in "Cycles" dat ik steeds meer ontdekte, hierdoor kon ik het werk niet afmaken. Na zes nachten op rij slecht geslapen te hebben, schilderde ik 's ochtends (21-1-2021) de eerste "tilde" vorm op een leeg canvas van een "Cycles" met een mix van zeegroen, azuriet, lapis lazuli etc. Nu wist ik het. Onmiddellijk viel die spanning van mijn schouders en begreep ik wat ik in 1992 had meegemaakt als een compleet mysterie. Ik heb een sprong in mijn werk gemaakt. Vandaag zag ik, na een droom, ook de "tilde"-vormen die horen bij "Solist" en "Dualist". Ik kan nu bevestigen dat de "dichte pigment gesloten tilde-vormen" voor mijn drie vaste vormen "Solist, Dualist en Cycles" compleet zijn. De zoektocht naar de verfijning van deze drie vormen gaat door.
03-01-2022-02:15 hrs
Observeer kunstwerk “ Cycles nr.21-PG-II (tweede Paint-Gem)”
Extra uitleg over mijn Tilde vormen in mijn kunstwerken.
Vraag van een kunstvriend:
Zie je het hele jaar door vooruitgang in de tilde-vorm?
Antwoord:
Ja, absoluut, ik zal binnenkort zelfs grote veranderingen doorvoeren in de manier waarop ik de Solist en Dualist, hun Tilde-vorm zal gebruiken, maar Cycles zal in de toekomst niet veel veranderen.
De Cycles tilde vorm begon ergens in mijn kunstwerken rond 1991 of 1992 te verschijnen. Ik begreep toen nog niet helemaal dat het de betekenis had als een “Tilde”, een ‘opschrift’.
In de natuur bestaat er een soort ‘energie’ die we kunnen zien als een blad wordt afgesneden, dan is de totale vorm van de bladenergie er nog steeds.
Hetzelfde geldt voor mensen, de zogenaamde ‘fantoompijn’ als een arm of lichaamsdeel is geamputeerd. Ik denk dat de Tilde vorm deze waarde ook heeft in mijn kunstwerken.
Kwantum biologie heeft ook een relatie met de ‘Tilde’ vormen, maar ik weet nog niet precies op welke manier.
27-01-2021 -11:39 uur
Aantekeningen bij “tilde” schetsen vorm onderzoek.
De “Tilde” is een van de 30 vragen. Hoe maak ik een ‘opschrift’ of 'ziel' in een kunstwerk?
Het is voor mij na jaren zeggen na te denken, ook het een soort 'ziel' is van het kunstwerk dat wordt getoond tijdens het observeren.
17-02-2022-10:43 hrs
Observeer kunstwerk “ Cycles nr.21-PG-III”
Extra informatie over mijn Tilde gebruik in de vorm Cycles.
De Tilde vorm van Cycles heeft met zijn object dwars in het midden een symbolisch waarde naar de letter F in het Latijn.
F: betekent Fecit=gemaakt door.
Maar de ‘f’ refereert ook naar de aanduiding in de wiskunde, optical.
De M-series
De M-series zijn ontstaan uit de vraag (nr.12): “Is er een manier om Solist, Dualist en Cycles samen te voegen tot een geheel ?”
Gedurende een periode heb ik hiervoor schetsen op multiplex gemaakt en mij afgevraagd: “Welk formaat, hoe groot kan het oppervlakte worden.?”
Uiteindelijk is de huidige vorm van de M-series de definitieve vorm. Het is een samenvoeging van de zeskant van Solist, de waaiervorm van Dualist en de sinus vorm van Cycles geworden.
Het oppervlakte van mijn M-series, de ‘informatie schilden’ (daar ik het geen schilderijen wil noemen) is B44 cm x H42 cm x 1,5 cm.
In de eerste M-serie zijn verschillende nieuwe materialen gebruikt onder andere zijderups cocons, lab glas buisjes, Ouwel (eetbaar papier), lege kwartel eieren.
Elke schild van de M-series is verschillend.
Dik (360 grams) bamboo vezels papier of Fabriano papier, traditioneel linnen, 'glasvezel doek' en jute welke allemaal zijn verlijmt met behulp van de pers tot gekleurde 'informatie schilden'.
In de M-series heb ik meer aandacht willen besteden aan de “Tilde” vorm.
In tekst nr. 11 “Tilde” kunt u hier meer informatie over lezen.
Maatvoering van alle M-series: B44 cm x H42 cm x 1,5 cm (17,3 inch x 16,5 inch x 5,9 inch)
De basismaterialen voor mijn kunstwerken zijn:
object (gebeeldhouwd), hout, metaal, verfpigment, textiel, glasvezel, acrylverf, polymeer-kunststoffen, plastic vezels, schilderslinnen enz.
Verfsoorten:
acrylverf, pigmenten gemengd met bindmiddel, eitempera, olieverf/enamel en airbrush verf.